door Tjerk Laan – Oostzaan, 4 april – Zelfs een afstand van minder dan tien kilometer geldt als uitwedstrijd, wat dus betekent dat Compaen er niet in is geslaagd om dit weekend te winnen. De Zaanse derby was met 3-1 een te eenvoudige prooi voor de thuisploeg. In tegenstelling tot de heenwedstrijd, die wel in een zinderende vijfsetter eindigde, had Zaanstad deze keer duidelijk het betere van het spel.
Compaen moest het stellen zonder de goede diensten van spelverdeler Koen Baas, die in een heel ver buitenland overvliegende lange afstandsraketten aan het tellen is. De Oostzaanse aanval werd dus bediend door Nils Augustijn en “homo universalis” Tijmen Arzbach, die dit seizoen ook al als passer-loper en libero actief was.
Compaen wist het echte derby-gevoel alleen in set drie naar boven te krijgen. Sets één en twee gingen vanaf de twintig relatief eenvoudig naar de thuisploeg (2x 25-21). Bij 22-17 in set drie leek het er zelfs op dat dit de kortste derby in de Zaanse geschiedenis zou worden. Kennelijk had het publiek zich daar al bij neergelegd, want ondanks dat het Zaanlands-West goed vol zat kwam er maar weinig geluid vanaf de tribunes. Het Oostzaanse blok besloot wat leven in de brouwerij te brengen, daarbij geholpen door minder gelukkige keuzes van de Zaandamse spelverdeling. Door hard werken werd de achterstand ingelopen en konden de bezoekers het eerste setpunt noteren; Met 25-27 deed de stand wat meer recht aan het derby-gevoel.
Dat goede gevoel van set drie kon door Compaen vastgehouden worden tot 10-10 in set vier, daarna was het gedaan met de Oostzaanse illusies. De uitblinkende spelverdeler Ferdy Wever wist de Zaandamse aanvallers blindelings te vinden. Aan Compaen-zijde deed Tijmen Arzbach zijn stinkende best maar moest veel te veel meters maken om achter de beroerde passes aan te rennen. Zaanstad speelde de set routineus uit (25-18) en mag zich dus met recht Kampioen van de Zaanstreek noemen.
Van de bijbehorende schaal is geen spoor meer terug te vinden. Het laatste Kampioenschap van de Zaanstreek ik al weer zo lang geleden dat niemand meer weet wie er toen gewonnen heeft. Hij ligt ongetwijfeld ergens in de diepe, donkere krochten van Zaanlands-West óf Sporthal Oostzaan en wordt over een paar honderd jaar één van de topstukken van het Rijksmuseum.