Compaen Heren 1 baadt in weelde

Breda – Het zijn niet de kralen, maar de schakels die de waarde van het sieraad bepalen. Die wijsheid van de middeleeuwse schatveroveraar Compaen borrelde op na de koppositieverovering van de gelijknamige volleyballers uit Oostzaan.

Natuurlijk schitterden in de topper tegen De Burgst opnieuw supersetter Nikita Artamonov, luchtruimacrobaat David Bes en oproepkracht Daniël Homburg. Het waren echter ook de mannen die tot dusver nog niet zo opvielen die zaterdagavond de schijnwerpers op zich gericht wisten.

De middenas van het team kreeg in de afgelopen negen wedstrijden niet te veel aandacht. Het waren steeds de flankaanvallers en spelverdelers van Compaen die na afloop van de duels de meeste handtekeningen moesten uitdelen.  

Bram Bekebrede, Sjoerd van Tol en Evert Hankes ontworstelden zich in de confrontatie tussen nummer 2 en 3 van de zuidelijke eerste divisie aan die anonimiteit. En wat te denken van Jelmer de Jong? De Amsterdamse springveer is verlost van zijn knieblessure en de hinderlijke haarlok voor zijn ogen en kon daardoor zijn aanvallende talenten tonen. Tussen de grote mannen valt mini Yanick de Rooij sowieso al niet zo op, maar met zijn pass- en verdedigingswerk vervulde hij een belangrijke rol in de topper.

Compaen vond het zaterdag na vijf achtereenvolgende vijfsetters tijd om de wedstrijd niet langer te laten duren dan nodig. De heenreis had door files immers al genoeg vertraging opgeleverd. De Oostzaanse ploeg won met 1-3, terwijl alle andere wedstrijden in de poule pas in de barrage beslecht werden. Dit betekent dat het team de ranglijst aanvoert. Die positie kan nog verder versterkt worden als volgende week in eigen huis overtuigend wordt afgerekend met hekkensluiter US.

Het zijn bijzondere tijden in de Twiskepolder. Het eerste herenteam na tien wedstrijden bovenaan in een poule. Er moeten bij de zeeroversclub veel logboeken van de stapel om een dergelijke klassering tegen te komen. Het is een ongekende luxe voor een club die na de degradatie uit de topdivisie vijf spelers verloor aan teams op een hoger niveau.

Aanvulling kwam vooral vanuit de vereniging en extern door middel van Nikita Artamonov en Jelmer de Jong. Het was laatstgenoemde die liefst vijf aanvalspunten maakte in de met 22-25 gewonnen openingsset.

Coach Mark Schoonen verraste daarin vriend en vijand door te starten zonder steraanvaller David Bes – weer inzetbaar na een maand pinkblessureleed – en Artamonov.

Het kleine, maar dappere De Burgst nam bij de eerste beschietingen de voorsprong. Bij 14-11 kwamen de twee sterkhouders van Compaen in het veld. Zij lieten zich gelijk gelden, terwijl Milan Muijs twee opslagaces produceerde. Op 19-20 was er de dubbele terugwissel, waarna puntenmachine David Bes bij 20-21 op linksvoor terugkwam binnen de lijnen. Die slimme zet was de tegenstander te machtig.

Het goede spel kreeg aanvankelijk een gevolg in de tweede set. Daniël Homburg timmerde hoog over de blokkering heen, Sjoerd van Tol scoorde drie uit drie en Artamonov maakte ook aanvalspunten. Bij 12-16 en 15-18 was er niets aan de hand bij Compaen. Gaandeweg stokte de aanval doordat deze als gevolg van de verstoorde pass voorspelbaar werd. Ook gingen enkele services gelijk retour naar de andere kant van het net. Het thuispubliek ging achter De Burgst staan en het enthousiast spelende team wist uiteindelijk toch nog met 25-23 te winnen.

In de derde set was er een vergelijkbaar scenario. Compaen opende voortvarend (2-6, 4-7), maar zag de opponent bij 14-13 de leiding nemen. Aanvoerder David Bes nam vervolgens zijn team bij de hand, waarbij hij hulp kreeg van Daniël Homburg. Bij 16-21 leek het zeeroversschip de veilige haven in te kabbelen, maar dat pakte toch anders uit. Op 24-24 kon het nog alle kanten op. Het was uiteindelijk Evert Hankes die met een killblock de zege veiligstelde.

Met prima spel nam Compaen in de vierde set het initiatief. Alleen aan het einde van deze speelperiode wist De Burgst nog een beetje dichterbij te komen, maar de setwinst en daarmee de wedstrijdoverwinning kwam niet meer in gevaar (21-25).

Tekst: Marcel Vermeulen.