‘Vroeger hadden wij houten schepen en mannen van staal, nu hebben wij stalen schepen en mannen van hout!’, luidt een oud Vlaggenschepiaans gezegde. Deze werd gebezigd door onze coach, die verder nooit over het verleden praat.
Aanleiding voor het gebruiken van dit gezegde was de afzegging van onze 2 ‘meer ervaren’ passer/lopers voor de donderdagavondbezigheidstherapie. Deze kwam nadat wij op de dinsdag ook al met een ‘gemankeerde’ groep de grondoefeningen moesten doen. De reden hiervoor was het grote algemene bemanningsoverleg van onze piratenvereniging. Wij waren allang al blij dat wij van onze Jongens 1 een deel van het veld mochten gebruiken, zodat wij met 5 man en 2 meetrainers toch aan onze technische vaardigheden konden werken. Techniekoefeningen die waarschijnlijk voortaan niet meer uitgevoerd worden, omdat, tot grote frustratie van het meest ervaren bemanningslid, de meesten niet uit stand een bal gericht naar een teamgenoot kunnen slaan. De trainer denkt nog heel goed na of en wanneer hij zulke oefeningen weer in zijn repertoire opneemt.
Het lijkt zo trouwens een kleine trainingsgroep, maar op papier is dat zeker niet zo.
Wij hebben een vaste kern van 9 spelers, waarvan het kleine gele mannetje niet op dinsdag traint (en verder vaak ook niet) en de oude moppersmurf niet op donderdag. Daarnaast hebben wij vaste meetrainers en invallers. Op dinsdag gymmen altijd 2 talenten (waarvan één al 24 jaar het grootste talent van de vereniging is) mee en op donderdag zijn er 4 meetrainers. Daarnaast mogen wij regelmatig genieten van het ritmisch meebewegen van iets ervarener mannen uit de invalpool. Volle bak zou je zeggen, maar aangezien tegenwoordig de mannen van hout zijn, zijn wij zelden met de volledige bemanning aanwezig.
Even terug naar de eerste zin, want volgens onze coach is het een oud gezegde. Als zij dit al in zijn jeugd zeiden, dan was het vroeger hoogstwaarschijnlijk dus niet altijd beter …..
Op de dag van de wedstrijd tegen de mannen van Sudosa-Desto uit Assen zegden de 2 mannen die donderdag ziek waren toe om bij de wedstrijd aanwezig te zijn. Het innemen van staalpillen en andere stimulantia heeft ze weer op de been geholpen. Eén van de twee had nog wel als voorwaarde gesteld dat hij goed uit zijn schoonheidsslaapje moest komen, de ander was sowieso verplicht aanwezig te zijn, omdat een kapitein zijn schip nooit achter laat.
Na een rommelige week begonnen wij dus, met een aantal zeer getalenteerde invallers, aan ons potje tegen de Assenaren. Wij waren gewoon met 12 man!
De ploeg uit Assen begon furieus aan deze wedstrijd en wij nogal tam. Verschillende wissels konden dat niet goedmaken.
Wij kwamen passend onder zware druk, waardoor de bal niet lekker bij onze spelverdelers kwam. Wij serveerden zelf te makkelijk, waardoor ons blok niet lekker functioneerde en wij verdedigend niet onze kwaliteiten konden tonen.
Onze 2 invallefties hadden wat fysieke problemen. De één haakte na de warming-up al af met kuitproblemen en de ander heeft nog wel 5 punten in het veld gestaan en 2 ballen gescoord, maar haakte ook snel af met kramp in de kuiten. Laatstgenoemde is tijdens de wedstrijd al begonnen met hydrateren, waardoor de kramp gelukkig niet doorzette.
Eén zieke p/l heeft 3 sets in het veld gestaan, maar kon zijn niveau van de vorige weken helaas niet opnieuw laten zien. De andere zieke p/l heeft iets meer dan 2 sets meegedraaid met ons team.
Helaas voor ons speelden de mannen uit Assen een zeer goede wedstrijd, waardoor wij de hele wedstrijd achter de feiten aanliepen. Het resultaat was een dikke 4-0 nederlaag.
Voor ons was dit een harde duidelijke wake-upcall, hopelijk weten wij nu wel dat wij elke week op ons topniveau moeten acteren om een leuke wedstrijd te kunnen spelen. Het is duidelijk dat spelen op 1e divisieniveau meer eist dan wat wij vorig seizoen leverden.
Volgende week is er even geen competitie, dus wij kunnen ons weer even herpakken en kijken of wij weer ouderwets mannen van staal kunnen worden.
Tekst: Ralf Muijs